SINT VITUS KERKGEBOUW

Kerkgebouw

Bouwstijl
Romaans

Ligging
Wetsens ligt even buiten Dokkum aan de oude weg naar Metslawier in het open landschap van noordoost Fryslân.

Datering
Twaalfde eeuw

Restauratie
De laatste grote restauratie vond plaats in 1974.

Exterieur
De Vituskerk is in de eerste helft van de twaalfde eeuw in Romaanse stijl gebouwd met tufsteen uit de Eiffel. De kerk is in de zestiende eeuw verhoogd met baksteen. In de zuidmuur zijn in de zeventiende eeuw grote vensters ingebroken met een spitsboog. In de noordmuur zijn de oude romaanse raampjes hoog in de muur in de negentiende eeuw dichtgezet met bakstenen. Bij de restauratie in 1973 is het pleisterwerk van de buitenmuur aan de noordzijde verwijderd. Daar kwam een dichtzetting te voorschijn van een zijkapel. De resten van de zijkapel zijn behouden gebleven achter het houten baarhuisje dat op die plek tegen de noordmuur is aangebouwd.

Interieur
De preekstoel, het doophek en de banken dateren waarschijnlijk uit 1836. In het koor bevindt zich een altaarsteen die in 1970 op het kerkhof is gevonden. Verder enkele zerken van Ritske Gerckesz, kerkvoogd en Luitien Coerts, meesterkuiper te Dokkum, overleden 1580 met afbeelding kuipersgereedschap. De oudste zerk uit 1611 is nogal afgesleten.

Toren
De Vituskerk kende tot 1842 een toren. Deze stortte in op het moment dat de dominee preekte over Simson. De toren is niet meer herbouwd. In de plaats daarvan is de westgevel driezijdig gesloten met gele steentjes. Hierdoor is de kerk ongeveer vier meter korter geworden. Aan de westgevel is een klokoverhuiving aangebracht, waar een klok in hangt.

Orgel
Het orgel is afkomstig uit Sappemeer. Het kwam in 1933 naar Wetsens. Bij de laatste restauratie van 1973 kreeg het orgel een nieuwe kas. Het staat op een balustrade uit 1903. De dispositie is: Prestant 4', Holpijp 8', Fluit 4', Quint 3', Octaaf 2', Mixtuur 2 3 st. Pedaal: aangehangen. Omvang manuaal: C-f", pedaal: C-d'.

Kerkhof
Het kerkhof is eigendom van de Protestantse Gemeente Dokkum-Aalsum-Wetsens en is nog in gebruik.

[Bron: Alde Fryske Tsjerken]







Wetsens & Sint Vitus kerk

Bouw en Materialen

De kleine, torenloze Vituskerk staat op een hoog terprestant van het dun bebouwde dorp.

Het koor dateert uit de eerste helft van de 12de eeuw, het schip van even later en de kerk is in de 16de eeuw verhoogd. In de benedenzone van de vijfzijdige koorsluiting is nogal wat tufsteen door baksteen vervangen, maar de bovenzone is van tuf. Er zitten enigszins beschadigde muurschalken en twee kleine rondboogvensters die beide zijn dichtgemetseld. In de zuidelijke zijde kwam een groot rondboogvenster hiervoor in de plaats.

Van de tufstenen schipmuren is de noordelijke het best bewaard gebleven. De bovenzone is geleed door brede spaarvelden, gedekt door een rondboogfries en voorzien van kleine rondboogvensters die alle zijn dichtgemetseld. Op de westhoek staat nog een half exemplaar als getuige dat de kerk daar langer is geweest.

In het oostelijke gedeelte zit een rondbogig spoor van een piscina of hagioscoop. Verder westelijk zien we een dichtgezette ingang met een boog die licht sikkelvormig is. Aan de westzijde staat de van dieprode baksteen gemaakte gotische (begin 16de eeuw) ingang, segmentvormig gesloten en in een spitsboognis met een kraalprofiel. De zuidgevel en de eerste sluitmuur kregen in de 16de eeuw en in 1836 spitsboog- en rondboogvensters.

De muurdammen ertussen laten tufsteenwerk zien met fragmenten rondboogfries en verschillende sporen van romaanse vensters. Er zit bovendien een klein fragment van een rondbogige ingang. Aan de westzijde staat een geprofileerde, gedrukt korfbogige ingang. De driezijdige westelijke sluiting is van gele steen van klein formaat gemetseld nadat de toren in 1842 was ingestort. Tegen het dak is toen een klokkenstoel gehangen. De houten uitbouw aan de noordzijde is in 1874 getimmerd op de plaats waar eens een kapelaanbouw stond.

Het interieur wordt gedekt door een vlakke balkenzoldering. In de wanden zitten veel nissen. Er is een vrij jonge maar smaakvolle inventaris te vinden met een preekstoel (waarschijnlijk 1836) met klankbord, een doophek met balusters, een avondmaaltafel met balpoten, een altaarsteen van roze Bremer zandsteen in de koorvloer en een westgalerij met wigvorm waarop een orgel uit 1874.

[Bron: kerken.frl]

Oudste vermelding - 7 nov 1374